Ondanks steeds meer voorzorgsmaatregelen blijft de hoeveelheid ruimtepuin in een baan om de aarde toenemen, meldt ESA in het jaarlijkse Space Environment Report. Naar schatting 130 miljoen brokstukken en -stukjes van rakketen en satellieten zweven daar rond met snelheden die 8 km/s halen.
ESA vreest dat een toename van de hoeveelheid ruimtepuin zal leiden tot het Kessler-syndroom. NASA-wetenschapper Donald Kessler formuleerde in 1978 een scenario, waarin steeds meer objecten in de lagere baan om de aarde leiden tot steeds meer botsingen, die weer leiden tot meer brokstukken, waardoor het aantal brokstukken exponentieel toeneemt en ruimtevaart een hachelijke zaak wordt.
Ontploffingen van brandstof en batterijen zijn op dit moment nog de grootste bron van ruimtepuin. De voorspelling is dat botsingen tussen ruimtepuin en satellieten in de toekomst de belangrijkste bron van ruimtepuin zullen worden. Satellieten kunnen na gebruik gecontroleerd in de dampkring tot ontbranding gebracht worden. Dat gebeurde in het afgelopen decennium bij 15 tot 30% van de satellieten. Raketten scoren met 85% beter.
Ruimtepuin vormt niet alleen een bedreiging voor de ruimtevaart, maar ook voor telecommunicatie en klimaatonderzoek, die in toenemende mate satellieten gebruiken. In de afgelopen jaren groeit het aantal lancering van kleine satellieten onstuimig, onder meer door het Starlink programma van Google en Elon Musk, om een werelddekkend internet te creëren. Hierdoor wordt het belang van zorgvuldig afdanken extra groot. Het Vlaamse populairwetenschappelijk tijdschrift Eos meldde onlangs dat er inmiddels meer ongebruikte satellieten om de aarde zweven dan actieve: 3000 vs. 2000.
De Zwitserse startup ClearSpace won de aanbesteding om voor € 100 miljoen een ‘Chaser’ te gaan bouwen die ruimtepuin vangt om dit vervolgens gecontroleerd in de dampkring te laten verbranden.
Bron: TW.nl