Voor het eerst is de kwaliteit van managementpraktijken in het Nederlandse bedrijfsleven grootschalig en internationaal vergelijkbaar onderzocht.
De kwaliteit van het Nederlandse bedrijfsmanagement staat op de zesde plaats, maar er is in Nederland meer aandacht nodig voor managementpraktijken in de discussie over productiviteitsgroei.
Om de kwaliteit van managementpraktijken in Nederland te achterhalen, zijn de Rabobank en de Rijksuniversiteit Groningen een samenwerking aangegaan met het projectteam van de World Management Survey.
Figuur 1 toont de ranking van Nederland op het gebied van managementpraktijken ten opzichte van andere landen in de wereld. Al met al staan Nederlandse managementpraktijken er dus redelijk goed voor, maar is er wel degelijk ruimte voor verbetering.
Figuur 2 toont aan dat Nederlandse bedrijven vooral goed scoren op het gebied van operaties, oftewel lean-managementpraktijken (1e plek). Minder goed scoren Nederlandse industrieën op de dimensies monitoring (7e), doelen (9e) en personeelsmanagement (8e).
Een verschuiving van de kwaliteit van managementpraktijken van het gemiddelde bedrijf in Nederland naar het niveau van het gemiddelde Zweedse of Duitse bedrijf, gaat gepaard met een vier procent hogere omzet per werknemer en een zeven procent hogere winst per werknemer.
Bewustwording over de kwaliteit van managementpraktijken en het belang ervan is hard nodig. Nederland scoort hoog, maar zeker niet top op de internationale ranglijst van managementpraktijken, en het eigen oordeel van managers verschilt over het algemeen duidelijk van de daadwerkelijk gemeten kwaliteit van managementpraktijken.
Beleid, zowel aan de kant van de overheid als bij bedrijven zelf, kan een rol spelen in het prioriteren van managementpraktijken als belangrijke productiviteitsdimensie.
Bron: Rabobank/RUG