Met de snelle ontwikkelingen in de kunstmatige intelligentie en robotica, rukken ook de doemscenario’s over alsmaar slimmer wordende robots die onze banen inpikken op. Het werkelijke plaatje is echter een stuk genuanceerder. Ja, er zullen banen verdwijnen, maar er komen ook andere banen bij. En lang niet altijd zullen robots menselijke arbeiders verdringen op de werkvloer, zeker niet op de korte termijn. Robots zullen in de eerste plaats gaan samenwerken met hun menselijke collega’s. Het tijdperk van de samenwerkende robot, de cobot, breekt aan.
Laten we beginnen met de feiten: op het gebied van digitalisering loopt Nederland vooraan, maar op het vlak van de industriële robot scoren we een stuk lager. En als het aankomt op de cobot, de industriële robot die zonder kooi eromheen moet samenwerken met menselijke arbeiders, dan komen we niet verder dan een handjevol bedrijven.
Dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat de industriële robot eigenlijk nog helemaal niet zoveel kan. Ja, als het aankomt op brute kracht of repetitief werk, dan verslaat hij zijn menselijke collega met gemak. Maar wanneer er precisiewerk of nauwkeurige inspectie bij komt kijken, dan moet de cobot vooralsnog zijn meerdere erkennen in de mens. Maar juist op die vlakken moet de cobot worden ingezet, zo stellen experts.
Vooral software
Bij een robot denken de meesten al snel aan een apparaat, een machine die fysieke arbeid verricht. Maar in een robot is de software minstens net zo belangrijk en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van robotica vinden dan ook met name in de software plaats. Een robot is niet langer exclusief geschikt voor fysieke arbeid, maar ook voor cognitieve, of een combinatie van beide. Zo worden robots steeds beter in het herkennen van specifieke objecten. Die toename in flexibiliteit maakt ook dat robots op steeds meer plekken in het werkproces inzetbaar zijn. Waren er eerder hekken en omheiningen nodig om mens te beschermen tegen machine, tegenwoordig is de robot een collega, een collaboratieve robot. Een cobot.
Een bedrijf kan hier veel bij winnen door robots en mensen naast elkaar in te zetten op zo’n manier dat ze elkaar aanvullen.’ Daarbij speelt veiligheid een sleutelrol en hier komt de cobot om de hoek kijken. Want die kan dat saaie, repetitieve werk prima verrichten. Maar dan zónder hek eromheen, dus naast de menselijke werknemers.
Vooralsnog komt het erop neer dat in 99 van de honderd gevallen de robot zijn eigen ding doet en de mens ernaast ook. De cobot is momenteel dan ook vooral nog een machine die ingebouwde veiligheidsfuncties heeft die voorkomen dat deze een menselijke arbeider letsel toebrengt. Toch is er wel sprake van toenemende samenwerking, maar dat komt met name door het adaptieve vermogen van de mens en niét die van de cobot.
Voorlopig zullen de cobots veelal in de maakindustrie worden ingezet. Maar kijk naar de productie van voedingsmiddelen, de landbouw en dus logistieke processen. Daar vind je nu nagenoeg nog geen robots, maar dat is heel arbeidsintensief werk. Kijk naar Bol.com, dat weer een nieuw magazijn bouwt waar honderden mensen moeten gaan werken; dat zijn hele belangrijke groeigebieden voor de ro- en ook de cobotica.
Bron: technischweekblad.nl