De ruimte boven onze hoofden wordt steeds gevaarlijker. Meer en meer landen gaan de ruimte in, en tegenwoordig zijn ook commerciële bedrijven actief in de ruimte. Hoewel dit ruimteverkeer een knap staaltje kunst van de mens is, dreigt het nu een ramp te worden. Satellieten en raketonderdelen cirkelen rondom de aarde, en het worden er steeds meer. De dreiging van ruimtepuin groeit elke dag, en experts vrezen een catastrofale kettingreactie. Onze hoop rust nu op futuristische oplossingen zoals grijparmen en laserbezems.
Ruimtepuin? Wat is dat?
Ruimtepuin, ook wel “space debris”, bestaat uit afgedankte satellieten, raketonderdelen en andere fragmenten die door menselijke activiteiten in de ruimte zijn achtergebleven. Sinds de lancering van Spoetnik in 1957 is het aantal objecten in de ruimte exponentieel toegenomen. Elke lancering voegt meer puin toe, van kleine schroeven tot grote rakettrappen. Met de almaar toenemende aantallen ruimteafval, wordt onze hemel steeds voller en drukker.
Nu en de toekomst?
Op dit moment is de situatie ernstig. Er zijn ongeveer 23.000 stukken ruimtepuin groter dan 10 centimeter die door radars worden gevolgd, naast miljoenen kleinere stukjes die niet traceerbaar zijn maar toch gevaarlijk kunnen zijn. Satellieten en het Internationale Ruimtestation (ISS) moeten regelmatig ontwijkingsmanoeuvres uitvoeren om botsingen te voorkomen. En ook voor toekomstige raket-/satellietlanceringen kan dit een enorm probleem worden. Toekomstige voorspellingen zijn alarmerend: zonder interventie kan het Kessler-syndroom, een kettingreactie van botsingen, de ruimtevaart bijna onmogelijk maken, en de ruimte infrastructuur plat leggen.
Oh nee, wat nu?
Er zijn verschillende innovatieve oplossingen in ontwikkeling om het ruimtepuinprobleem aan te pakken. De Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) werkt aan de ClearSpace missie, een grijparm die grote stukken puin kan vangen en in een veilige baan rondom de aarde kan brengen, waar het opbrandt in de bovenlaag van de atmosfeer. Het Japanse Astroscale heeft iets vergelijkbaars – de ELSA-D satelliet – ontwikkeld, die werkt met behulp van magneten in plaats van een grote grijparm. Hiermee wordt echter alleen het probleem van groot ruimteafval opgelost; kleinere brokstukken zijn ook erg gevaarlijk. Ze kunnen moeilijk opgespoord worden, maar wel enorme schade aanrichten. Daarnaast is het onmogelijk deze enorme hoeveelheid stuk voor stuk op te ruimen, waardoor er iets anders verzonnen moet worden.
NASA denkt hier een oplossing voor te hebben. Volgens hen is het mogelijk om kleine stukjes ruimteafval vanaf de aarde dusdanig af te remmen met lasers, dat zij terugkomen in de atmosfeer, waar ze volledig opbranden. Er is hier een hoop onderzoek naar gedaan, en het wordt nu geprobeerd op verschillende manieren toe te passen. Het duurt helaas wel nog even voordat deze technologie op grote schaal wordt toegepast.
Het probleem van ruimtepuin is urgent en vraagt om onmiddellijke actie. Met de huidige innovaties en internationale samenwerking is er hoop dat we de ruimte veilig kunnen houden voor toekomstige generaties. De uitdaging is groot, maar de gevolgen van niets doen zijn nog veel groter.
Robert Dilber
Bronnen: