De auto-industrie ondergaat de laatste jaren grote veranderingen, vooral door de snelle opkomst van elektrische voertuigen (EV’s). Waar grote Europese merken zoals Volkswagen en BMW de traditionele grote spelers zijn, verliezen zij nu terrein aan nieuwe spelers. Sinds 2023 is China, met merken zoals BYD en Nio, wereldleider in de productie van elektrische auto’s. Zelfs Duitsland, ooit hét centrum van de wereldwijde autoproductie, ziet zijn positie langzaam afnemen. Wat is hier de oorzaak van, en hoe beïnvloedt dit de Europese markt?
De explosieve vraag naar EV’s in China
De binnenlandse vraag naar elektrische auto’s in China is enorm en blijft sterk toenemen. Dit komt door een combinatie van factoren: de overheid stimuleert de aankoop van elektrische voertuigen met forse subsidies, er zijn strikte milieuregels in grote steden die de verkoop van traditionele auto’s ontmoedigen, en consumenten kiezen steeds vaker voor EV’s vanwege lagere operationele kosten. Daarnaast investeert China fors in de infrastructuur voor elektrisch rijden, zoals oplaadpunten, wat de overstap naar EV’s vergemakkelijkt.
Dankzij deze enorme binnenlandse markt kunnen Chinese fabrikanten zoals BYD op een ongekende schaal produceren. Dit leidt tot schaalvoordelen: hoe meer auto’s er worden geproduceerd, hoe lager de productiekosten per voertuig. Deze voordelen stellen Chinese fabrikanten in staat hun auto’s tegen veel lagere prijzen aan te bieden, zowel binnenlands als op de exportmarkt.
Waarom zijn Chinese EV’s zo goedkoop?
De prijs van Chinese elektrische voertuigen ligt vaak ver onder die van hun Europese concurrenten. Dit komt ten eerste door de goedkopere productiekosten in China. Arbeid is er goedkoper, en veel onderdelen worden lokaal geproduceerd, wat de afhankelijkheid van dure internationale toeleveringsketens vermindert. Hierdoor kan een model zoals de BYD Dolphin in China voor slechts €12.930 verkocht worden, terwijl dezelfde auto in Nederland bijna €30.000 kost.
Zelfs met de invoerheffingen die Europa recent heeft ingevoerd om de eigen markt te beschermen – tarieven die oplopen tot 37,6% – blijven Chinese automerken concurrerend. Dit komt doordat de winstmarges van fabrikanten zoals BYD aanzienlijk zijn. Ondanks de invoerheffingen kunnen ze nog steeds winst maken op hun auto’s in Europa, terwijl ze de prijs laag genoeg houden om aantrekkelijk te blijven voor Europese consumenten.
Hoe winstgevend blijven Chinese fabrikanten?
Chinese fabrikanten zoals BYD kunnen hun prijzen laag houden door de eerder genoemde schaalvoordelen en overheidssteun. Zelfs met de extra kosten van invoerheffingen en transport, kunnen ze winstgevend blijven. Een belangrijk onderdeel van hun strategie is het handhaven van hogere prijzen in Europa dan in hun thuismarkt. Deze strategie geeft hen een buffer tegen eventuele verliezen door importheffingen, zonder hun positie op de Europese markt te verzwakken.
Hoe groot is het prijsverschil tussen Chinese en Europese EV’s?
Op dit moment is het prijsverschil tussen Chinese en Europese elektrische voertuigen aanzienlijk. Zoals eerder genoemd, kosten modellen van BYD in China soms minder dan de helft van hun Europese prijs. Ter vergelijking, een BYD Atto 3 kost in Nederland bijna €39.000, terwijl dezelfde auto in China slechts rond de €15.500 kost. Europese merken kunnen nauwelijks concurreren met deze prijzen, zelfs zonder de extra kosten van transport en invoerheffingen.
Wat betekent dit voor de toekomst?
Hoewel Europese fabrikanten werken aan kostenverlagingen, wordt het moeilijk om tegen deze prijzen te concurreren. Chinese merken blijven profiteren van hun schaalvoordelen en staatssteun, wat betekent dat hun prijzen in de toekomst waarschijnlijk lager zullen blijven dan die van Europese merken. Tenzij er drastische veranderingen plaatsvinden in de Europese productie of nieuwe heffingen worden opgelegd, zullen Chinese EV’s een blijvende invloed hebben op de Europese markt.
De vraag naar elektrische voertuigen zal wereldwijd blijven groeien, maar de vraag is nu of Europese merken zich kunnen aanpassen en concurreren met de dominantie van China. Een combinatie van overheidsbeleid, innovaties in de Europese productie en de invoer van hogere belastingen zou Europese fabrikanten kunnen helpen om terrein terug te winnen. Maar voorlopig lijkt China de leiding te nemen in de wereldwijde auto-industrie.
Conclusie
China’s succes in de auto-industrie, en met name in de productie van elektrische voertuigen, is een direct gevolg van sterke overheidssteun, lage productiekosten en een enorme binnenlandse vraag. Met schaalvoordelen en grote winstmarges kunnen merken zoals BYD hun positie in Europa blijven versterken, zelfs ondanks de Europese invoerheffingen. Voor Europese fabrikanten is de concurrentie moordend, en zij zullen innovatief moeten zijn om het hoofd te bieden aan de groeiende invloed van China.
Robert Dilber
Bronnen: