China heeft recent opnieuw de aandacht van de techwereld getrokken. Een open-source AI-platform, QiMeng, ontworpen door de Chinese Academie van Wetenschappen, is in staat zelfstandig computerchips te ontwikkelen in slechts drie dagen. Ter vergelijking: menselijke ingenieursteams doen daar normaal gesproken weken of maanden over. De chip, bedoeld voor zelfrijdende auto’s, is nog niet high-end, maar de snelheid en autonomie waarmee hij tot stand kwam, spreken boekdelen.
QiMeng is geen losstaand experiment, maar onderdeel van een bredere en strategische AI-beweging in China. Wat gebeurt daar precies, waarom werkt het, en wat kunnen wij daarvan leren?
AI als nationale prioriteit sinds 2017
China’s razendsnelle AI-ontwikkeling is geen toeval. Sinds 2017 is kunstmatige intelligentie een speerpunt van het nationale beleid. De overheid wil dat het land in 2030 wereldleider is in AI. Om dat doel te bereiken, worden miljarden geïnvesteerd in infrastructuur, bedrijven en onderzoek.
Daarbij krijgt AI ook politieke betekenis: China wil zich onafhankelijk maken van Westerse technologie. Amerikaanse exportbeperkingen hebben bijvoorbeeld de toegang tot geavanceerde chips beperkt. Maar in plaats van af te haken, kiest China voor een andere route.
Slimmere software in plaats van krachtigere hardware
Zonder toegang tot de nieuwste chips, focussen Chinese onderzoekers en bedrijven zich op het optimaliseren van de softwarekant. Een voorbeeld is de relatief onbekende startup DeepSeek, die een open-source chatbot ontwikkelde die qua prestaties dicht in de buurt komt van GPT-4, maar met veel minder rekenkracht. In plaats van brute kracht draait het daar om slimme algoritmes, compacte modellen en efficiënte trainingsmethodes.
Deze aanpak laat zien dat beperkingen innovatie kunnen versnellen. DeepSeek toont aan dat toegang tot top-hardware niet noodzakelijk is om mee te doen aan de AI-top.
Staatssteun en bedrijfsinnovatie als motor
De Chinese overheid ondersteunt de AI-sector actief, met subsidies, belastingvoordelen en speciale fondsen. Grote techbedrijven zoals Huawei investeren zelf ook fors: ruim 20% van hun omzet gaat naar R&D, aanzienlijk meer dan hun Amerikaanse tegenhangers.
Tegelijkertijd produceert het Chinese onderwijssysteem jaarlijks grote aantallen STEM-promovendi: meer dan twee keer zoveel als de VS. Die toestroom van jong talent vertaalt zich in een snelle toename van patenten, start-ups en zelfvertrouwen binnen het technologische ecosysteem.
QiMeng: een AI die chips ontwerpt
Het QiMeng-platform laat zien hoe ver China durft te gaan in het toepassen van AI. Uniek is dat het gebruikmaakt van een Large Language Model (LLM) om gebruikerswensen direct om te zetten in chipontwerpen, iets wat andere ontwerp-AI’s nog niet doen.
De eerste versie van de chip (2021) was nog vrij rudimentair, vergelijkbaar met een Intel 486 uit de jaren ’90. De in 2025 gepresenteerde tweede versie presteert echter al op het niveau van een ARM Cortex-A53 (2012). Nog niet high-end, maar de sprong in korte tijd is indrukwekkend, vooral omdat het proces grotendeels geautomatiseerd is.
Snelle toepassing in het dagelijks leven
China excelleert niet alleen in onderzoek, maar ook in het implementeren van AI in het dagelijks leven. Uit recente cijfers blijkt dat 83% van de Chinese bedrijven al generatieve AI toepast, het hoogste percentage wereldwijd.
Grote spelers zoals Alibaba, Baidu en Tencent brengen AI direct naar gebruikers via chatbots, slimme assistenten, automatische video-edits en zelfs volledige digitale stadsdiensten. De infrastructuur ligt er al: China heeft het grootste 5G-netwerk ter wereld uitgerold, waardoor AI-toepassingen breed beschikbaar zijn en soepel draaien.
Voorbeelden van technologische doorbraken
Enkele voorbeelden van China’s steeds sterker wordende positie in te techmarkt, zijn:
- QiMeng: Het open-source QiMeng-platform ontwerpt zelfstandig computerchips met behulp van een LLM dat gebruikerswensen vertaalt naar chipontwerp. De nieuwste chipversie (V2) benadert de prestaties van een ARM Cortex-A53 en wordt in slechts drie dagen gegenereerd, een veelbelovende stap richting AI-gedreven hardwareontwikkeling.
- DeepSeek-chatbot: DeepSeek-R1 is een open-source taalmodel dat op meerdere benchmarks vergelijkbaar presteert met GPT-4, ondanks veel beperktere middelen. Het model toont aan dat slimme software-optimalisatie krachtige resultaten kan opleveren zonder toegang tot high-end chips.
- Elektrische voertuigen en batterijen: China is ’s werelds grootste exporteur van elektrische auto’s, met een ontwikkeltempo tot 30% sneller dan Westerse fabrikanten. Door massaproductie zijn de batterijkosten met een factor zeven gedaald ten opzichte van tien jaar geleden, wat EV’s toegankelijker maakt.
- Breedband en 5G-uitrol: China heeft in recordtijd het grootste 5G-netwerk ter wereld uitgerold, met tientallen steden die volledige dekking hebben. Dit snelle netwerk vormt de basis voor AI-toepassingen in mobiliteit, stadsdiensten en realtime communicatie tussen apparaten.
Conclusie
China’s AI-gedreven technologische opmars is geen hype, maar een structurele verschuiving. Van slimme algoritmes tot geautomatiseerd chipontwerp: het land combineert beleid, kapitaal en technische slagkracht op een schaal die weinig andere landen evenaren.
Voor Europa is dat geen reden tot paniek, maar wél een wake-up call. Als we willen bijblijven, moeten we nú investeren in talentontwikkeling, open samenwerking en slimme AI-strategieën. Anders dreigen we op steeds meer vlakken de aansluiting te verliezen.
Robert Dilber
Bronnen:
- The Guardian – “The west is already losing the AI arms race”
- The New York Times – “In the Future, China Will Be Dominant. The U.S. Will Be Irrelevant”
- MIT Technology Review – “How a top Chinese AI model overcame US sanctions”